Who wants to live forever?

Op bezoek bij mijn collega, die net te horen had gekregen dat de borstkanker van 8 jaar geleden terug was en nu uitgezaaid en ongeneeslijk bleek. Palliatief behandelen was het enige aanbod wat ze kreeg. Stoer zat ze in een stoel, net koffie ingeschonken en mompelend ‘tja, ‘t is zoals het is’.

‘Wat gaat er echt in haar om,’ dacht ik. En ik stelde haar die vraag. Na enig aarzelen mocht ik in haar hart kijken en vertelde ze dat het haar heel zwaar viel. Haar beide jongens en haar man te vroeg moeten achterlaten, geen oma worden. Het viel stil. En in de stilte leken we elkaar te vinden. En daaruit ontstond een heel mooi gesprek over leven en dood. De essentie. Daar waar het om gaat in het leven, ook en vooral bij naderend afscheid, in verbinding met elkaar, woorden proberen te geven aan je diepste gevoelens.

En in dat gesprek vroeg ze me spontaan, ‘zou jij te zijner tijd mijn afscheidsdienst willen doen, zou jij ook woorden willen geven aan dat wat er was, wat er nu is en wat er nog gaat komen?’ Ik spreek vaak tijdens uitvaarten, maar nu al de vraag krijgen van iemand die me nabij is en die nog een tijd mag leven? Ik reageerde na enige stilte met ‘natuurlijk wil ik dat voor jou doen’, terwijl ik me diep van binnen wel wat minder stoer en zeker voelde.

En vanaf dat moment heb ik met haar vele mooie momenten beleefd. Vele gesprekken met haar mogen voeren. En heel veel van haar mogen opslurpen over de mooie en minder mooie gebeurtenissen uit haar leven. Ze deed me voor wat leven is en wat dankbaarheid is. Zonder dat ze zich daarvan bewust was. Ze sprak uit wat ze belangrijk vindt om na te laten. Wat ze verteld wil hebben op haar afscheidsviering. Ik bezocht haar vaak in die – na later bleek – laatste 18 maanden van haar leven. Zelfs 6 maanden meer dan de doctoren haar hadden verteld. Ze slurpte alle mooie momenten op, ze fabriceerde vele afscheidscadeautjes. Zelfs hartjes en engeltjes om uit te delen bij haar afscheidsviering. ‘Want ik wil absoluut geen bidprentjes’, was één van haar stellige wensen.

En de afscheidsdienst kwam. Sneller dan ik verwachtte. In de dagen daaraan voorafgaand was ik nog bij haar en hoewel ze zei ‘dit is de laatste keer dat we elkaar zien’ ben ik meteen in de ontkenning geschoten en reageerde met ‘nee joh, ik kom binnenkort weer’. Maar zij had haar datum al bepaald, de dag waarop ze bij volle bewustzijn definitief haar ogen zou sluiten. Geknokt, grenzen verlegd, alle kleine momentjes dankbaar aanvaard en in alle rust losgelaten.

En daar mocht ik over vertellen.

De afscheidsviering was waardig, intens, in het bijzijn van haar naasten, een hecht gezin, waar ze ook samen met haar man haar ziel en zaligheid in heeft gestopt. In het bijzijn van honderden mensen, die ze op wat voor manier heeft geroerd.

Veel complimenten mogen ontvangen. Mijn ziel en zaligheid ook geprobeerd in deze viering te leggen, met een ode in woord en muziek aan haar. In de viering leerde iedereen haar van alle kanten kennen, het was een prachtige inkijk in haar leven als moeder, vrouw, dapper mens.

Het mooiste compliment kreeg ik van één van de bezoekers die zei ‘applaus is niet op zijn plaats bij een afscheidsviering, maar dat zouden wij allen hebben willen doen na afloop van de dienst. Fantastisch gedaan. Nog nooit zo’n mooi afscheid bijgewoond.’

 

Tja, who wants to live forever, zo eindigde de afscheidsviering.